gekield

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gekield    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəˈkilt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ge·kield

Woordherkomst en -opbouw

• bn: pseudodeelwoord afgeleid van  kiel zn  met het omvoegsel ge- -d
• ww: vervoeging van kielen: de stam met omvoegsel ge- -d

	stellend
onverbogen	gekield
verbogen	gekielde

Bijvoeglijk naamwoord

gekield

1. (biologie) van een scherpe loodrechte lijst voorzien

   • Er is een gekielde klimslang en een gekielde muskusschildpad. 

Werkwoord

vervoeging van:	kielen…
verbogen vorm:	gekielde

gekield

1. voltooid deelwoord van kielen

Gangbaarheid

• Het woord gekield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gekield" herkend door:

67 %	van de Nederlanders;
64 %	van de Vlamingen.