geitenstal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gei·ten·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenstal geitenstallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geitenstalm

  1. verblijfplaats voor geiten
     Mirjam komt met een stroef gezicht terug van de geitenstal.[2]
     Provincies maken zich zorgen over de gezondheid van mensen in de buurt van een geitenstal. Zij zouden namelijk meer kans hebben op een longontsteking.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “'Ik wil geen risico lopen dat ik verhoogde kans heb op longontsteking'” (14-12-2018), NOS