gehuurd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·huurd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: huren…
verbogen vorm: gehuurde

gehuurd

  1. voltooid deelwoord van huren
     Pogue had een kamer gehuurd waarin we allemaal op de grond konden slapen.[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gehuurd
verbogen gehuurde gehuurdste
partitief gehuurds - -

Bijvoeglijk naamwoord

gehuurd

  1. tegen betaling tijdelijk in gebruik hebbend
    • Omdat wij geen auto hebben rij ik wel eens in een gehuurde auto. 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia