geheimhield

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·heim·hield

Werkwoord

vervoeging van
geheimhouden

geheimhield

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van geheimhouden
    • ... dat ik geheimhield. 
    • ... dat jij geheimhield. 
    • ... dat hij, zij, het geheimhield.