gegevene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ge·ve·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Voltooid deelwoord van geven met het achtervoegsel -e (zelfstandig gebruik van een bijvoeglijk naamwoord)
enkelvoud meervoud
naamwoord gegevene -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gegeveneo

  1. wat is geschonken, wat is aangeboden
    • Daarna beschuldigde hij God ervan het hem toevertrouwde goed slecht te beschermen, Hij die ongelukkigen goede gaven geeft opdat ze het gegevene bewenen wanneer het hen ontstolen wordt. [1]
  2. wat bestaat, wat niet meer ter discussie staat, wat als uitgangspunt geldt
    • Ditzelfde motief van het zich nestelen in de eeuwige kringloop van het bestaan, het opgaan in het gegevene, is ook in Wits poëzie en andere werk nadrukkelijk aanwezig (...) [2]
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

gegevene

  1. (verouderd) verbogen vorm van de stellende trap van gegeven
    • Zij hebben reeds driemaal tegen andere knapen van hun leeftijd gevochten, en men is er ook toe genoodzaakt geweest hun de vóór het vertrek uit Antwerpen als geschenk gegevene revolvers te ontnemen, omdat zij er mee op de dragers schoten. [3]
Opmerkingen
  • daar waar de verbogen vorm gegevene gebruikt kan worden is de onverbogen vorm gegeven meer gangbaar

Gangbaarheid

Verwijzingen