gefumeerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·fu·meerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gefumeerd gefumeerder gefumeerdst
verbogen gefumeerde gefumeerdere gefumeerdste
partitief gefumeerds gefumeerders -

Bijvoeglijk naamwoord

gefumeerd

  1. van glas dat het getint is
    • Dat warrige haar, de gefumeerde bril, de paardenkracht in die stem: Bert maakte opnieuw indruk. Alex Callier vond dat ook: ‘Ik heb de Bert gezien op wie ik verliefd werd in de eerste audities.’[1] 
    • De bewakers krijgen een specifieke opleiding om seksueel misbruik snel te detecteren, gevangenen worden op weerbaarheid getraind. En heb je de douches hier gezien? Aparte ruimtes, gefumeerd glas tegen het gluren... In die privégevangenissen is er geen énkele controle.’[2] 
    • Van de monding van de Parelrivier naar de industriële centra aan de Yangtzerivier – zeg van Amsterdam naar Milaan – in minder dan een halve dag. En dan zijn de wachttijden voor de loketten in het nieuwe station van wit marmer en gefumeerd glas in Guangzhou meegerekend.[3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 03/03/2012 Tom De Leur Mayken, Eveline, Ludovic en Dirk vallen af in The Voice
  2. de Standaard 29 OKTOBER 2016 ‘We moeten stoppen met mensen zomaar in de cel te gooien’
  3. NRC Oscar Garschagen 13 februari 2010 Supertrein doet China krimpen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be