geesteloos
Uiterlijk
- Geluid: geesteloos (hulp, bestand)
- gees·te·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geesteloos | geestelozer | geesteloost |
verbogen | geesteloze | geestelozere | geestelooste |
partitief | geesteloos | geestelozers | - |
geesteloos
- zonder geest
- Het waren allemaal geesteloze grapjes die hij maakte terwijl zijn vriend veel geestiger was.
- Het woord geesteloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.