geelstaartwolaap
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·staart·wol·aap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelstaart zn en wolaap zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | geelstaartwolaap | geelstaartwolapen |
| verkleinwoord | geelstaartwolaapje | geelstaartwolaapjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelstaartwolaap m
- (primaten) Oreonax flavicauda
de enige soort van het geslacht Geelstaartwolapen (Oreonax), een grijpstaartaap (Atelidae) die endemisch is in Peru. Het is een zeldzame soort die alleen leeft in de Peruviaanse Andes. Er zijn geen cijfers bekend over het aantal nog in het wild levende individuen. Tegenwoordig is de geelstaartwolaap geclassificeerd in het monotypische geslacht Orenoax, anders dan waar de soort in het verleden nog in het geslacht van de wolapen (Lagothrix) werd onderverdeeld
Hyperoniemen
- slingerapen en wolapen, grijpstaartapen, breedneusapen, primaten, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'geelstaartwolaap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.