geeft door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geeft door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorgeven

geeft door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgeven
    • Jij geeft door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgeven
    • Hij geeft door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorgeven
    • Geeft door! 

Gangbaarheid