gediplomeerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·di·plo·meerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: diplomeren…
verbogen vorm: gediplomeerde

gediplomeerd

  1. voltooid deelwoord van diplomeren
stellend
onverbogen gediplomeerd
verbogen gediplomeerde
partitief gediplomeerds

Bijvoeglijk naamwoord

gediplomeerd

  1. van een persoon dat hij of zij een officiële opleiding voor het te beoefenen vak met succes heeft voltooid
    • Mijn vrouw is een gedipomeerd docent voor het NT2-onderwijs aan volwassenen. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be