gedachtevlucht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·dach·te·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedachtevlucht | gedachtevluchten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een wegvluchten in dromen en illusies
- ▸ Dat hij zich in dit soort trivialiteiten verdiepte, was natuurlijk alleen maar een vlucht, een gedachtevlucht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gedachtevlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535