geculpabiliseerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·cul·pa·bi·li·seerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van culpabiliseren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | culpabiliseren… |
verbogen vorm: | geculpabiliseerde |
geculpabiliseerd
- voltooid deelwoord van culpabiliseren