geconfabuleerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·con·fa·bu·leerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van confabuleren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | confabuleren… |
verbogen vorm: | geconfabuleerde |
geconfabuleerd
- voltooid deelwoord van confabuleren