gebt
Uiterlijk
- gebt
gebt
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van gewwe
- «Gebt Acht!»
- Let op!
- «Gebt Acht!»
gebt
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gewwe
- er gebt
- sie gebt
- es gebt
gebt
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gewwe
|
|