gebricoleerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·bri·co·leerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bricoleren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | bricoleren… |
verbogen vorm: | gebricoleerde |
gebricoleerd
- voltooid deelwoord van bricoleren