geblinselt

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·blin·selt

Werkwoord

geblinselt

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van blinsle

Werkwoord

(er, sie, es) hot geblinselt

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blinsle

Werkwoord

(er, sie, es) hot geblinselt ghatt

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blinsle