gebeurtenisloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·beur·te·nis·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van gebeurtenis met het achtervoegsel -loos
stellend | |
---|---|
onverbogen | gebeurtenisloos |
verbogen | gebeurtenisloze |
Bijvoeglijk naamwoord
gebeurtenisloos
- zonder dat er belangrijke, vermeldenswaardige zaken plaatsvinden
- ▸ Het was in die gebeurtenisloze zomer dat ik me Frans begon te voelen. Al was het natuurlijk een probleem dat ik geen woord Frans sprak en irritant genoeg zouden we nog lang niet beginnen met Frans op school.[1]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gebeurtenisloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767