gebergte
Uiterlijk
- ge·berg·te
- In de betekenis van ‘groep van bergen’ voor het eerst aangetroffen in 1626 [1]
- Afgeleid van berg met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebergte | gebergten gebergtes |
verkleinwoord | gebergtetje | gebergtetjes |
het gebergte o
- een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen
- ▸ De trail zou 700 kilometer dwars over het High Sierra gebergte gaan, met dagelijkse beklimmingen over passen van meer dan 4000 meter hoog.[2]
1. een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen
- Het woord gebergte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebergte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gebergte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be