gebedsdienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

gebedsdienst
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·beds·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebedsdienst gebedsdiensten
verkleinwoord gebedsdienstje gebedsdienstjes

Zelfstandig naamwoord

de gebedsdienstm

  1. (religie) een kerkdienst waarin met voor iets of iemand bidt
     Tijdens de dienst in de Oespenski-kathedraal, een gebedsdienst ter gelegenheid van de komst van de tsaar gecombineerd met een dankdienst voor het sluiten van vrede met de Turken, verspreidde de menigte zich; er verschenen schreeuwende venters met kvas, met peper- en maanzaadkoeken, waar Petja erg dol op was, en er klonken weer gewone gesprekken.[1]
     Op een leeg Sint-Pietersplein leidde Paus Franciscus een speciale gebedsdienst en gaf hij in stilte zijn pauselijke zegen aan de wereld.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2022 Weblink bron “Speciale zegen van de paus vanwege de coronacrisis” (27-03-2020), NOS