geabsolveerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ab·sol·veerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van absolveren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | absolveren… |
verbogen vorm: | geabsolveerde |
geabsolveerd
- voltooid deelwoord van absolveren