geïmplanteerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·im·plan·teerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van implanteren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | implanteren… |
verbogen vorm: | geïmplanteerde |
geïmplanteerd
- voltooid deelwoord van implanteren