gasvlam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

gasvlam
Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·vlam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasvlam gasvlammen
verkleinwoord gasvlammetje gasvlammetjes

Zelfstandig naamwoord

gasvlam v/m [1]

  1. brandend gas
    • Of denk aan een oudere vrouw die een melkpannetje omstoot. Ze is niet meer zo vast ter hand. De doek waarmee ze gemorste melk wil opvegen, raakt de gasvlam en er ontstaat brand. Doordat de vrouw slecht ter been is, is ze ook niet zo snel bij de kraan voor bluswater.” [2] 
    • De Tweede Kamer is nog verdeeld over de manier waarop het doven van de gasvlam moet worden betaald. Vandaag bleek uit onderzoek van Ecorys dat dit per woning naar schatting 18.000 euro kost en dat daardoor zowel lage als middeninkomens in de problemen komen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad J. Visscher 11-05-2017 Als een bejaarde het fornuis vergeet uit te zetten
  3. Tubantia Marcia Nieuwenhuis & Maarten van Ast 30-01-18 Wie draait op voor 18.000 euro die wonen zonder gas kost?
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be