gastvriendelijk
Uiterlijk
- Geluid: gastvriendelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑs(t)frindələk / (4 lettergrepen); /ɣɑstˈfrindələk/
- gast·vrien·de·lijk
- samenstelling van gast zn en vriendelijk bn of afgeleid van gastvriend zn met het achtervoegsel -elijk als leenvertaling van Duits gastfreundlich bn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gastvriendelijk | gastvriendelijker | gastvriendelijkst |
verbogen | gastvriendelijke | gastvriendelijkere | gastvriendelijkste |
partitief | gastvriendelijks | gastvriendelijkers | - |
gastvriendelijk
- behulpzaam tegenover bezoekers, blijk gevend van gastvrijheid
- ▸ Gastvriendelijk wenkte de bisschop de beide mannen, wees hen een zetel.[2]
- Het woord gastvriendelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Warhold” (1924), C.A.J. van Dishoeck te Bussum, p. 25
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -elijk in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal