gastheerschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·heer·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastheerschap gastheerschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gastheerschapo

  1. alles wat hoort bij het zijn van iemand die op een goede manier zijn gasten ontvangt
     De jury was niet alleen onder de indruk van de smaak van de drankjes. Ze konden ook Gijsbers manier van werken, routine en zijn gastheerschap waarderen.[1]
     President Rouhani van Iran was niet aanwezig op de OIC-top, omdat hij naar eigen zeggen niet was uitgenodigd. In een boodschap riep hij de aanwezige leiders op gefocust te blijven op de rechten van de Palestijnen. Een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei het te betreuren dat Saudi-Arabië "het privilege van het gastheerschap misbruikt om verdeeldheid te zaaien tussen islamitische landen".[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Barista uit Son zet lekkerste bak koffie ter wereld” (Zondag 9 december 2018), NOS