galmend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  galmend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gal·mend

Werkwoord

vervoeging van:	galmen
verbogen vorm:	galmende

galmend

1. onvoltooid deelwoord van galmen

   • Ze zong een fraaie versie van het door haar zelf geschreven Watercoulors in the Rain. Niet meer galmend zoals vroeger, maar ingetogen en sober en op die manier ook ontroerend. Natuurlijk: ik had 10 juli al genoteerd voor een bezoek aan Weert, waar Roxette tussen generatiegenoten als Santana, Nena en Seal zou optreden.  

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	galmend	galmender	galmendst
verbogen	galmende	galmendere	galmendste
partitief	galmends	galmenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

galmend

1. luid en echoënd

   • In Georgië is het nog steeds 1982. De tijd dat zangeressen nog zelf hun lange japon bij elkaar stikten en iedereen dacht dat een galmende ballade de juiste manier was om de luisteraar in het hart te raken. Eurovisienostalgie dus. Net als het begrip ‘roemloze uitschakeling’ Georgië bekend moet voor komen.  

2. imponerend

   ▸ En vanavond zou ze haar baljurk aantrekken om hand in hand met mij avonturen tegemoet te ruisen op pleinen, in stegen en langs zwarte grachten, en ravissant een eclatant verhaal toe te voegen aan de galmende historie die deze stad aan de lippen stond als wassend water.

Synoniemen

• [1] schallend, resonerend, echoënd, weerkaatsend, daverend

Antoniemen

• [2] ingetogen

Vertalingen

    1. luid en echoënd   

Engels: pealing (en), blaring (en)

Gangbaarheid

• Het woord galmend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.