galérer

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak

Werkwoord

galérer

  1. (spreektaal) balen, de pest inhebben [1]
  2. (spreektaal) ploeteren, zwoegen
    «Comment je me suis galéré sur le PC à Karine, j’ai dû tout formater!»
    Wat heb ik afgezien met de PC van Karine, ik heb alles moeten formatteren! [1]
  3. (spreektaal) sjacheren
    «C'est un mec qui galère, qui fout sa vie en l’air.»
    Da's een sjacheraar die zijn leven verknalt. [1]

Verwijzingen