gaffeltand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gaffeltand (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gaf·fel·tand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gaffel zn en tand zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord | gaffeltandje | gaffeltandjes |
Zelfstandig naamwoord
- persoon wiens voorste boventanden erg vooruitsteken
- tand in de vorm van een gaffel
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gaffeltand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gaffeltand
Schrijfwijzen
Verwijzingen
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gaffeltand
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Oorwormen in het Achterhoeks
- Insecten in het Achterhoeks
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Oorwormen in het Nedersaksisch
- Insecten in het Nedersaksisch