gaffelbok

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gaffelbok    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣɑfəlˌbɔk / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• gaf·fel·bok

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gaffel zn  en  bok zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gaffelbok	gaffelbokken
verkleinwoord	gaffelbokje	gaffelbokjes

Zelfstandig naamwoord

de gaffelbok m

1. (evenhoevigen) bepaald soort zoogdier, Antilocapra americana , afkomstig van de grasvlakten en woestijnen van Noord-Amerika, de laatste nog levende vertegenwoordiger van de familie der gaffelantilopen (Antilocapridae )
   Niet nauw verwant aan de veel grotere groep der antilopen uit Afrika, Arabië en Azië, die tot de holhoornigen (Bovidae ) behoren. De gaffelbok is op de jachtluipaard na het snelste landdier op aarde.

Synoniemen

• pronghorn, gaffelantilope

Hyperoniemen

• gaffelantilopen, evenhoevigen, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Vertalingen

    1. bepaald soort zoogdier, Antilocapra americana   

Deens: gaffelbuk (da) Duits: Gabelbock (de) m Engels: Pronghorn (en)

Frans: pronghorn (fr) m klassiek Nahuatl: teotlalmazatl (nci)

Gangbaarheid

• Het woord 'gaffelbok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.