gågade

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • gå·ga·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden en gade
Naar frequentie 211312
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gågade     gågaden     gågader     gågaderne  
genitief   gågades     gågadens     gågaders     gågadernes  

Zelfstandig naamwoord

gågade, g

  1. (verkeer) voetgangersgebied

Verwijzingen