fusil
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Ontwikkeld uit Oudfrans foisil, ffuisil, uit Volkslatijn *focilis (petra) (lett. “vuur(steen)”), afgeleid van focus “haard”, “vuur” met het achtervoegsel -ilis. [1]
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
fusil | le fusil | fusils | les fusils |
Zelfstandig naamwoord
fusil m
- (militair) geweer
- wetstaal
- (verouderd) flint, vuursteen
- (militair) vuurstaal, een stuk ijzer om tegen een vuursteen te slaan
- (heraldiek) een slankere vorm van de losange
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron fusil in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- fusil
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan Frans fusil.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fusil | fusiles |
Zelfstandig naamwoord
fusil m
Verwijzingen
- fusil in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ilis in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Militair in het Frans
- Verouderd in het Frans
- Heraldiek in het Frans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Militair in het Spaans