fusering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fu·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fusering | fuseringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fusering v
- het samenvoegen van twee zaken tot één nieuwe zaak
- Verbod fusering zorgverzekeraar-zorginstelling: Minister Klink van Volksgezondheid moet zorgverzekeraar DSW verbieden mede-eigenaar te worden van het Vlietland Ziekenhuis in Schiedam. Dat heeft VVD-Tweede Kamerlid Schippers dinsdag geëist. [1]
Gangbaarheid
- Het woord fusering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fusering" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Reformatorisch Dagblad 06-01-2009 Verbod fusering zorgverzekeraar-zorginstelling
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be