fusarium
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fu·sa·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van ?? met het achtervoegsel -arium
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fusarium | - |
verkleinwoord | fusariumpje | fusariumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het fusarium o
- (schimmels) Fusarium geslacht van parasiterende schimmels die giftige stoffen zoals fumonisine produceren
Gangbaarheid
- Het woord 'fusarium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.