functioneerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • func·ti·o·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
functioneren

functioneerden

  1. meervoud verleden tijd van functioneren
    • Wij functioneerden. 
    • Jullie functioneerden. 
    • Zij functioneerden.