fumet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fu·met
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord fumet fumets
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fumetm

  1. een zeer krachtige bouillon van zeedieren
     De garnalenbouillon van Michel Jansen wedijvert met zijn krabbenfumet om de beste smaak (bouillon van diertjes uit de zee moet je van de Fransen fumet noemen).[2]
     Gebruik deze visfumet om een gebonden saus te maken. Smelt de boter in een pannetje en maak een roux met de bloem. Laat even bakken en voeg een deel van de fumet toe, tot je ongeveer 200 ml of een kopje saus hebt. Breng op smaak met peper, zout en het citroensap.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. fumet op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Klootwijk: Brussel prijst bouillon uit Stadskanaal” (25 mei 2010), Het Parool
  3. Bronlink Weblink bron “Er zit meer in een aardappel dan je denkt: geef hem nog een kans” (30/03/2019), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be