ftisis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fti·sis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ftisis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ftisis v
- (medisch) ernstige ziekte door besmetting met bepaalde bacterieën, tuberculose
- Alleen als bij de besmette persoon de weerstand verminderd is, bijvoorbeeld door ziekte, zwangerschap of bepaalde medicijnen, kan de ziekte wel een kans krijgen. Dan ontstaat meestal een ontsteking in de longen - longtuberculose, ofte wel ftisis, te verlaten als 'tering', in ernstige gevallen ook wel 'vliegende tering' genoemd. [2]
Schrijfwijzen
- phtisis (spelling voor 1955)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ftisis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ftisis" herkend door:
5 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ ftisis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Thiel, B."Tuberculose. Hoe zit dat nou, dokter?" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 102 nr. 19 (23 januari 1989); p. 11 kol. 2; geraadpleegd 2018-06-07
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 5 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %