frustreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frustreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- frus·treer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
frustreren |
frustreerde
- enkelvoud verleden tijd van frustreren
- Ik frustreerde.
- Jij frustreerde.
- Hij, zij, het frustreerde.
- Ik frustreerde.