frul
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- frul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frul | frullen |
verkleinwoord | frulletje | frulletjes |
Zelfstandig naamwoord
- klein, nietig iets
- klein versiersel op een jurk
- minderwaardig, dom persoon
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord frul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frul" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ frul op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be