fruitteelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fruitteelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fruit·teelt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fruit en teelt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fruitteelt | fruitteelten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de tak van tuinbouw die zich bezighoudt met het telen van fruit
- De Betuwe is bekend om haar fruitteelt.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fruitteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fruitteelt" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be