frugaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  frugaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fru·gaal

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	frugaal	frugaler	frugaalst
verbogen	frugale	frugalere	frugaalste
partitief	frugaals	frugalers	-

Bijvoeglijk naamwoord

frugaal

1. sober, karig, eenvoudig, schraal

Synoniemen

• ingetogen

Vertalingen

    1. sober, karig, eenvoudig, schraal   

Engels: frugal (en)

Gangbaarheid

• Het woord frugaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "frugaal" herkend door:

29 %	van de Nederlanders;
30 %	van de Vlamingen.