fremskridts

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • fram·skridts
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel frem-
Naar frequentie 72842

Zelfstandig naamwoord

fremskridts

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van fremskridt

Zelfstandig naamwoord

fremskridts

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van fremskridt