frede

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deens

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

frede [1]

  1. overgankelijk beschermen, bewaren
  2. overgankelijk sparen

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron frede in: Den Danske Ordbog op ordnet.dk

Verwijzingen


Fries

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit Middelnederlands vrede. [1]

Zelfstandig naamwoord

frede

  1. vrede

Verwijzingen


Surinaams

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

frede [2]

  1. bang zijn, vrezen
    «Yu no mus frede ini yu eigi oso. »
    Je moet niet bang zijn in je eigen huis.
  2. overgankelijk bang maken

Bijvoeglijk naamwoord

frede

  1. bang, angstig
    «A frede pikin fu mi no e skreki so esi moro. »
    Dat bange kind van mij schrikt nu niet meer zo gauw.
  2. angstaanjagend, angstwekkend
  3. lelijk

Zelfstandig naamwoord

frede

  1. angst, vrees
    «A frede fu a pikin disi kon moro mofo now. »
    De angst van dit kind is nu erger geworden.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

  1. Norval S.H. Smith
    “The genesis of the Creole languages of Surinam”, dissertatie, Universiteit van Amsterdam, 1987, p. 49, 211
  2. John Wilner (ed.)
    “Wortubuku fu Sranan Tongo: Sranan Tongo—Nederlands woordenboek”, SIL International Dallas, Texas, p. 91