frasering
Uiterlijk
![]() |
- fra·se·ring
- Naamwoord van handeling van fraseren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frasering | fraseringen |
verkleinwoord | - | - |
de frasering v
- het in frasen onderverdelen, met name gezegd van het articuleren van afzonderlijke muzikale zinnen in een muziekstuk, dat hierdoor als geheel beter moet klinken
- De frasering van een melodie.
- Je speelt werkelijk verdienstelijk, Bram, veel aandacht voor detail en je frasering ademt.' [1]
1. het in frasen onderverdelen, met name gezegd van het articuleren van afzonderlijke muzikale zinnen in een muziekstuk, dat hierdoor als geheel beter moet klinken
- Het woord frasering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frasering" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 257
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 78 %
- Prevalentie Vlaanderen 81 %