fransijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fran·sijn
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands francijn van middeleeuws Latijn francenum, van Francia, dus: "het Franse (spul)", omdat dit perkament in het begin uit Frankrijk werd ingevoerd [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fransijn | fransijnen [2.] |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het fransijn o
- (verouderd) dunne, bewerkte dierenhuid als materiaal om op te schrijven
- (verouderd) stuk dunne, bewerkte dierenhuid gebruikt als schrijfmateriaal of als patroon bij kantwerk
Synoniemen
- [1] perkament
Gangbaarheid
- Het woord 'fransijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fransijn" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ fransijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 13 %
- Prevalentie Vlaanderen 14 %