frankering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fran·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frankering frankeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de frankeringv

  1. het aanhechten van een betalingsbewijs aan een brief doormiddel van een postzegel of stempel
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid