franje

Uit WikiWoordenboek
Leren hemd (Nez Perce 1820) met franjes.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fran·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord franje franjes
verkleinwoord franjetje franjetjes

Zelfstandig naamwoord

de franjev / m

  1. (kleding) reeks afhangende draden die ter versiering aan de rand van een kleed of kledingstuk gehangen worden
  2. (figuurlijk) geheel van bijzaken die zonder problemen kunnen ontbreken, overbodige versiering
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen