fracturen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frac·tu·ren

Zelfstandig naamwoord

de fracturenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fractuur


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fracturar

fracturen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fracturar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fracturar