foxtrotte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fox·trot·te

Werkwoord

vervoeging van
foxtrotten

foxtrotte

  1. enkelvoud verleden tijd van foxtrotten
    • Ik foxtrotte. 
    • Jij foxtrotte. 
    • Hij, zij, het foxtrotte. 
  2. aanvoegende wijs van foxtrotten