foutenlast

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  foutenlast    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fou·ten·last

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  fout zn  en  last zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	foutenlast	foutenlasten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de foutenlast m

1. nadeel dat men ervaart door het begaan van fouten, missers en blunders

   ▸ "Dat de verdediging nul tegentreffers heeft geïncasseerd, zegt ook wel iets. De foutenlast is ontzettend laag. Lideweij Welten is de beste speelster van dit team, terwijl ze een jaar lang heeft gekwakkeld met blessures."

   ▸ Sock speelde een wisselvallige partij en profiteerde met name van de grote foutenlast van Zverev, die vooral in de derde set verkrampte door een flink aantal dubbele fouten te slaan.

Gangbaarheid

• Het woord foutenlast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.