fourguer
Uiterlijk
fourguer
- (spreektaal) helen [1]
- (spreektaal) in de maag splitsen
- «Qui est-ce qui t’as fourgué ce téléviseur? Il marche même pas!»
- Wie heeft jou die televisie in de maag gesplitst? Hij doet het niet eens!! [1]
- «Qui est-ce qui t’as fourgué ce téléviseur? Il marche même pas!»
- (spreektaal) verlinken, erbij lappen [1]