fotoblad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotoblad fotobladen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fotoblado

  1. tijdschrift met veel foto's
    • Zoals Meijer zich - getuige zijn boek Japan, analogous memories 1969-1971 - in korte tijd thuisvoelde op straat in Japan, zo verging het hem ook in België, waar hij diverse fotobladen leidde. Demonstraties in het teken van de Waals-Vlaamse taalstrijd, wielerzesdaagsen, het leven rond de Brusselse Grote Markt met zijn terrassen en kroegen; Meijer betoont zich er, met die karakteristieke koppen van het volk, met het wat triestige plezier in de cafés en het Vlaamse land in de druilregen een vroege voorloper van Stephan Vanfleteren, de Vlaamse fotograaf die evenmin ooit uitgekeken raakt op het schouwspel zoals het zich aandient in stad en omstreken.[1] 
    • Dat idee is overgenomen door het fotoblad Ooggetuige ten bate van de slachtoffers van de hongersnood in Afrika. De redactie draaide een applicatie in elkaar voor Apple's iPad met 150 foto's. De opnamen laten een mooi beeld zien van het continent waar driekwart miljoen inwoners van de honger dreigen om te komen.[2] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Volkskrant ARNO HAIJTEMA 18 januari 2013
  2. Volkskrant PETER VAN AMMELROOY 8 september 2011
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be